Mevrouw Vonk: “Boodschappen doen was vreselijk. Een stukje van 1500 meter deed ik in 10 minuten en ik was helemaal buiten adem. Het lukte echt niet. In januari zou ik beginnen met longrevalidatie, maar dat ging helaas niet door. Er waren te weinig patiënten die in aanmerking kwamen voor het traject, daarom werd het doorgeschoven naar 1 april.
Wat bereikt u met longrevalidatie?
Dokter Vahl had mij al gezegd dat ik alvast iets in de sportschool moest gaan doen als voorbereiding. Dat ging niet zo goed. 2 minuten fietsen, anderhalve minuut rusten, en weer 2 minuten fietsen. Heel laag opbouwen. In het IJsselland Ziekenhuis moest ik ineens 8 minuten fietsen. Dat lukte nog wel, maar daarna ook 8 minuten op de loopband… dat lukte echt niet meer. Ik stortte compleet in elkaar. Nu sta ik dus gewoon een half uur op de loopband.”
Hoe is dat gelukt?
“Iedere week deed ik het een minuutje of twee langer. Ik begon altijd met fietsen, dat vond ik prettig, en tussendoor deed ik oefeningen zoals de leg press. Daarna ging ik op de loopband, en ook dat bouwde ik langzaam op. Zowel in minuten als in snelheid. Ik begon met 2,5 km per uur en zit nu bijna op 4 km per uur. Na de revalidatie ben ik gelijk verder gegaan in de sportschool. Je moet er echt zelf aan blijven werken. Het is het enige wat ik er zelf aan kan doen. Ik moet zorgen dat er genoeg zuurstof in mijn lichaam zit, in mijn longen en in mijn hart.
De fysiotherapeuten hielpen mij fit te blijven en ook mijn dieet was belangrijk. Ik ben veel afgevallen. Ik leen nu de hond van mijn dochter, die op vakantie is, en loop vier keer per dag buiten. Daarnaast ga ik drie keer per week naar de sportschool.”
Hoe is uw traject begonnen?
“Ik weet sinds drie jaar dat ik longpatiënt ben, dat gebeurde van de ene op de andere dag. Daar boven op kreeg ik ook Corona en lag ik een week in het ziekenhuis. Vanaf die tijd ging het bergafwaarts. Mijn longen waren achteruit gegaan, waarschijnlijk door Covid-19. Op aanraden van de arts begon ik zelfstandig te sporten, maar die benauwdheid bleef. Uiteindelijk begon ik het traject in het ziekenhuis.
In het begin zag ik er best wel tegenop. Anderhalf uur trainen leek mij enorm zwaar. De fysiotherapeut van het voorgaande traject zei dat het pittig zou worden, maar dat het mij echt zou helpen. Ik wist nog niet wat ik moest verwachten, maar na drie of vier sessies merkte ik al verbetering. We hadden ook een hele leuke groep van zeven personen die elkaar enorm motiveerde. De fysiotherapeuten zorgden voor complimentjes en aandacht als je het zwaar had.”
Het omslagpunt kwam toen ik in het ziekenhuis een voorlichtingsfilmpje zag over de verschillende fases van longziekten. Je hebt vier fases van longziektes. Ik vroeg aan de fysiotherapeut, in welke fase ik zat. Hij legde uit dat ik een a-typisch COPD beeld heb. Ik heb namelijk ernstig longemfyseem, dus ik krijg een soort elastieklongen, longen die uitzakken omdat al die blaasjes kapot zijn en dat valt niet onder de fases van COPD. Om longtransplantatie zo lang mogelijk uit te stellen is sporten belangrijk.
Dat gesprek motiveerde mij om door te zetten. Ik kreeg het gevoel dat ik zelf iets kon doen om mijn conditie te verbeteren. Dat gaf me een enorme kick. Nu kijk ik zelfs uit naar de trainingen en voel ik me fitter dan ooit.”
Wat is uw trotste moment geweest tijdens het traject?
“Mijn trotste moment was toen ik 10 minuten lang op de loopband kon lopen. Daar zag ik het meest tegenop, en dat kon ik ook echt niet de eerste keren. Maar met minuutjes erbij opbouwen lukte het uiteindelijk. Nu sta ik met gemak 20 minuten op de loopband en ga ik wat zwaarder trainen. Het is een hele overwinning geweest. Vroeger vond ik sporten onzin en zat ik liever achter een wijntje met een sigaret. Nu drink ik niet meer, rook ik niet meer en voel ik mij veel beter.”