Bij een leverbiopsie wordt een stukje weefsel uit de lever genomen en onderzocht.
Voor een leverbiopsie neemt de MDL-arts (maag-, darm- en leverarts) met behulp van een echo apparaat een stukje weefsel (een biopt) vanuit de lever. Hiermee kan de exacte aandoening worden vastgesteld.
Eerst wordt de prikplaats plaatselijk verdoofd. Wanneer de verdoving is ingewerkt, neemt de MDL-arts met een speciale biopsienaald een stukje leverweefsel weg. Dit biopt (of biopten) wordt microscopisch in het laboratorium onderzocht.
Het afnemen van het biopt vindt plaats tijdens een dagbehandeling. Het is belangrijk dat de patiënt nog een aantal uren nablijft om de prikplaats in de gaten te houden en nabloeding te controleren.