Van sprakeloosheid naar kracht
Sinds kort ligt ze op de afdeling. Een oudere dame met een opvallend jonge uitstraling. Kort grijs haar, heldere ogen, getekend gezicht. Wanneer ik me aan haar voorstel is ze zichtbaar opgewekt. Ik vraag haar wat ik voor haar kan doen. Haar glimlach vervaagt en haar blik keert naar binnen. “Het is me allemaal te veel,” zegt ze. De tranen lopen over haar wangen. Ze valt stil en ik zeg dat onze gevoelens soms zo groot kunnen zijn dat we de woorden er niet voor kunnen vinden.
Langzaam ontstaat een gesprek. Tussen vele bedachtzame stiltes door zoekt ze de woorden die haar leven in kaart brengen. Ze vertelt veel. Over hoe wanhopig ze is over het verlies van controle dat de ziekenhuisopname betekent. Over hoe ze altijd voor iedereen heeft klaar gestaan, en nu ontdekt dat er niet naar haar wordt gevraagd door de familie. Over hoe eenzaamheid een belangrijk thema in haar leven is. Terwijl ze vertelt kijkt ze voor zich uit en ziet haar eigen leven voor zich. Haar wanhoop van het moment krijgt woorden en blijkt verbonden met eerdere moeilijke momenten in haar leven.
Een paar dagen later spreek ik haar voor een tweede, laatste, keer. Ze zit op de rand van haar bed. Ze zegt dat het eerste gesprek haar enorm heeft opgelucht. Ze voelt zich beter en heeft zelfs al weer wat gegeten. We praten over de belangrijke en moeilijke momenten uit haar leven; over kwetsbaarheid en kracht. Wanneer we uiteindelijke afscheid nemen zegt ze: “Ik heb in deze twee gesprekken met jou meer besproken dan die hele periode bij het Riagg jaren geleden.”
Martijn Rozing, geestelijk verzorger
In stilte aanwezig zijn
Ze was een eenzame oude vrouw met nauwelijks mensen om haar heen. Ooit getrouwd geweest, maar nooit kinderen gekregen. Weinig contact met andere familieleden of met buren. Ze had zich in de loop der jaren verwaarloosd en kwam zo in het ziekenhuis terecht. Ik maakte kennis met haar. Ze vond het fijn te vertellen over het verleden en zo wat helderheid te krijgen over haar bestaan. Het liefst ging ze weer naar huis terug: daar zag ze erg naar uit.
Opeens ging het helemaal niet meer: haar toestand verslechterde en ze zou gaan sterven. Er was niemand om bij haar te zijn op dat laatste stukje van haar levensreis. Toen ik haar bezocht was ze niet meer aanspreekbaar. Als geestelijk verzorger kon ik de tijd nemen om met alle aandacht bij haar te zijn met soms een woord, een gebed, een aanraking. Af en toe kwam een verpleegkundige binnen en ontstond een kort gesprekje over het leven en over de dood. Korte maar zeer waardevolle momenten van reflectie die daar opbloeiden rond de oude vrouw. In alle rust is zij overleden.
Luci Schermers, oud-geestelijk verzorger
Nog zoveel plannen
Hij is een echte levensgenieter. Hij kan echt opgaan in dat wat hij doet en dat geeft hem het gevoel op grote hoogte te leven. Dan vergeet hij zijn ziekte, is hij alleen zijn geluk. Het proces waar hij in zit, voelt als een opklimmen en weer neervallen door tegenslagen en teleurstellingen.
Ik merk op dat als je je op grote hoogte bevindt en er een valgevaar is, dat het belangrijk is om een kussen te hebben dat iedere val op kan vangen. Hij knikt, maar vertelt dat het in deze tijd zo moeilijk voor hem is om die drive te vinden, om te bedenken waarom hij door zou moeten. Ik vraag hem op de man af: “Waar zou u voor willen vechten? Waarom wilt u leven?" En opeens is daar de glimlach: “Ik heb zoveel mooie plannen!”
Kim van Rijthoven, geestelijk verzorger