Wat doet het Klinisch Chemisch Laboratorium (KCL)? Het KCL verricht voornamelijk onderzoek in bloed. Dat bloed komt van bloedafnames in het ziekenhuis, op de prikposten of van andere laboratoria.
Bijna iedere diagnose wordt mede op basis van laboratoriumonderzoek gesteld. Maar ook voor het volgen van een therapie, het geven van een prognose, het instellen van geneesmiddelenspiegels, het bewaren en uitgeven van bloedproducten, of het uitvoeren van preventief onderzoek wordt een beroep gedaan op het Klinisch Chemisch Laboratorium.
Onderzoek op het KCL
- zouten, eiwitten en stofwisselingsproducten (klinische chemie);
- aanmaak, verdeling en afbraak van cellen in het bloed (hematologie);
- hormoonhuishouding (endocrinologie);
- bloedstolling (hemostase en trombose);
- vruchtbaarheid (fertiliteit);
- beenmergdiagnostiek (hematocytologie);
- de transfusie van bloedproducten, incl. de registratie van complicaties als gevolg van transfusies van bloedproducten.
Specialisten in het KCL
Het KCL heeft drie klinisch chemici in huis en een klinisch chemicus in opleiding. De klinisch chemici geven advies aan medisch specialisten en (verpleeg)huisartsen over de onderzoeken en het interpreteren van de uitslagen. Bovendien zijn zij verantwoordelijk voor het uitgeven van bloedproducten voor transfusie.
Het analytisch werk in het laboratorium wordt gedaan door analisten die zijn opgeleid op het niveau van hoger of middelbaar laboratorium-onderwijs met de differentiatie klinische chemie. Zij maken gebruik van diverse zeer geavanceerde (meet)apparatuur.